32666 |
ploegwieltje |
ploegrullen:
[ploeg]rɛlǝ (Q171p Vlijtingen)
|
Het wieltje dat (in plaats van een slof) deel uit maakt van de voorsteun van een voetploeg. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 32c + 33d; N 11A, 93c; A 26, 4b add.; L 4, 4b add.; monogr.]
I-1
|
22048 |
pokken |
pokken:
pokke (Q171p Vlijtingen)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: pokken, gezwellen op de huid, vooral de kop? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
pommelee:
`pomǝlē (Q171p Vlijtingen)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
20458 |
pooier |
bijbelenbok:
Note v.d. invuller: zeer oud gezegde: "ne Biebelebok héét alle géétsjeslief".
⁄ne biebelebok (Q171p Vlijtingen),
hoerjager:
(ögelijk in t duits).
huurjäger (Q171p Vlijtingen)
|
iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19957 |
poort |
poort:
puǫ.t (Q171p Vlijtingen)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
pōt (Q171p Vlijtingen
[(mv pōtǝ)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|
22806 |
pop |
pop:
en puup (Q171p Vlijtingen)
|
pop [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
van kanarie
pup (Q171p Vlijtingen)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24490 |
populier (alg.) |
canadas:
± WLD inheemse gewone populier
kannedas (Q171p Vlijtingen),
popelaar:
± WLD o = oa / smal opschietende zeer hoge populier (Italiaanse pop.?)
popeleer (Q171p Vlijtingen)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21481 |
portemonnee, beurs |
portemonnee (<fr.):
’n lére pórtemenée (Q171p Vlijtingen)
|
Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|