20556 |
glazig |
ijsvluchtig:
ee zoals geen
eesvletəg (Q171p Vlijtingen)
|
glazig; Hoe noemt U: Hard en doorschijnend, gezegd van aardappelen (schier, glazerig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17853 |
glijden |
schrikkelen:
Op ijs.
sjrikkələ (Q171p Vlijtingen)
|
Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18879 |
glimlachen |
grissebekken:
*slecht leesbaar
grissebeeken (Q171p Vlijtingen)
|
hoe zegt ge "glimlachen"in uw dialect ? Bestaat er geen woord om dit "stil lachen"uit te drukken, geef dan op door welke omschrijving men dit weergeeft. [ZND 39 (1942)]
III-1-4
|
24316 |
glimworm |
schaverik:
WLD (ch = sj)
chaoverik (Q171p Vlijtingen)
|
Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
19237 |
goed opschieten met zijn werk |
passen:
pjassə (Q171p Vlijtingen)
|
goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19102 |
goedheid |
te goed:
ook materiaal znd 24, 20
dat is veilst te goed (Q171p Vlijtingen)
|
goedheid [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21326 |
goedkoop |
goedkoop:
dat es geujekoop (Q171p Vlijtingen)
|
Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21512 |
goedkoopst |
bestekoop:
beste koop (Q171p Vlijtingen)
|
goedkoopst [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21477 |
goedkoper |
beterkoop:
beiter koop (Q171p Vlijtingen)
|
goedkoper [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
18954 |
goedzak |
goede zak:
ook materiaal znd 24, 22
geujezak (Q171p Vlijtingen)
|
goedzak [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|