e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q171p plaats=Vlijtingen

Overzicht

Gevonden: 1960
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jam gelei: chərlèj (Vlijtingen) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jeugd, jongelieden jongelui: jonglei (Vlijtingen, ... ) jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] || jongelieden; grote (opgeschoten) jongens en meisjes [ZND 11 (1925)] III-2-2
jicht gicht: gêch (Vlijtingen) Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)] III-1-2
joelen stoefer (zn.): stuffer (Vlijtingen), veelmener (zn.): veelmèner (Vlijtingen) zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)] III-3-1
jong dat pas kan vliegen juist vlug: just vleg (Vlijtingen), pieper: pīpər (Vlijtingen) een jong dat pas kan vliegen? [N 93 (1983)] || Vlugjong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen bijkans vlug: bekansvleg (Vlijtingen), duivelshaar: dī.vəlshōr (Vlijtingen) Hoe zegt men van een jong: "met schietende pluimen"? [N 93 (1983)] || Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje adj. kak: kach (Vlijtingen, ... ) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] || jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong varken bag: bax (Vlijtingen), baggen (mv.): bage (Vlijtingen) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge duif pieper: pieper (Vlijtingen) een jonge duif jonger dan één jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
jonge kip pul: pɛl (Vlijtingen) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12