20548 |
jam |
gelei:
chərlèj (Q171p Vlijtingen)
|
jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20405 |
jeugd, jongelieden |
jongelui:
jonglei (Q171p Vlijtingen, ...
Q171p Vlijtingen)
|
jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] || jongelieden; grote (opgeschoten) jongens en meisjes [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
18086 |
jicht |
gicht:
gêch (Q171p Vlijtingen)
|
Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21280 |
joelen |
stoefer (zn.):
stuffer (Q171p Vlijtingen),
veelmener (zn.):
veelmèner (Q171p Vlijtingen)
|
zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21914 |
jong dat pas kan vliegen |
juist vlug:
just vleg (Q171p Vlijtingen),
pieper:
pīpər (Q171p Vlijtingen)
|
een jong dat pas kan vliegen? [N 93 (1983)] || Vlugjong. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
22027 |
jong dat pluimen begint te krijgen |
bijkans vlug:
bekansvleg (Q171p Vlijtingen),
duivelshaar:
dī.vəlshōr (Q171p Vlijtingen)
|
Hoe zegt men van een jong: "met schietende pluimen"? [N 93 (1983)] || Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
kak:
kach (Q171p Vlijtingen, ...
Q171p Vlijtingen,
Q171p Vlijtingen,
Q171p Vlijtingen)
|
een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] || jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
34314 |
jong varken |
bag:
bax (Q171p Vlijtingen),
baggen (mv.):
bage (Q171p Vlijtingen)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
21910 |
jonge duif |
pieper:
pieper (Q171p Vlijtingen)
|
een jonge duif jonger dan één jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pɛl (Q171p Vlijtingen)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|