e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voort

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fiets fiets: enne fits (Voort), velo: enne velo (Voort), vylo (Voort) fiets [ZND 44 (1946)] || Fiets. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fietser fietser: de fitsers tije neve een dooēr (Voort) De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] III-3-1
fijt fijt: fijet (Voort) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] III-1-2
flambouw flambouw (<fr.): flambee (Voort) Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)] III-3-3
flank flank: flā.ŋk (Voort) Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10] I-9
flauw weps: weps (Voort), wɛps (Voort) meeps (flauw van smaak) [ZND 01 (1922)], [ZND 31 (1939)] III-2-3
flikflooien flikflooien: ook materiaal znd 23, 55  flikflōjə (Voort) flikflooien [ZND 01 (1922)] III-1-4
fluim fluim: flōēm (Voort) fluim [ZND 01 (1922)] III-1-2
fluisteren fezelen: Van Dale: fiezelen, (gew.) fezelen.  fiezele (Voort) fluisteren [ZND 30 (1939)] III-3-1
fokmerrie veulensmerre: vøi̯.lǝsmęrǝ (Voort) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9