19093 |
gevaarlijke kerel |
periculeus:
preikeloose (P192p Voort)
|
Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
21322 |
gevangenis |
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
prəsōn (P192p Voort)
|
gevangenis [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
19743 |
gevel |
faèade:
fasāt (P192p Voort)
|
een schoone gevel [ZND 35 (1941)]
III-2-1
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
gəvylich (P192p Voort)
|
gevoelig [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
spø̜r (P192p Voort)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|
17564 |
gewricht |
knook:
knøjək (P192p Voort)
|
gewricht [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
17589 |
gezicht (spotnamen) |
bakkes:
bakes (P192p Voort),
muil:
mowl (P192p Voort),
smoel:
smu.l (P192p Voort)
|
bakkes [ZND 01 (1922)] || muil (M.) [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
19042 |
giechelen |
gibberen:
gibberen (P192p Voort)
|
Giechelen (ingehouden en op hoge toon lachen). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
32611 |
gier oproeren |
roeren:
rȳrǝ (P192p Voort)
|
Bij het oppompen van de gier moest men geregeld de inhoud van de gierkelder oproeren, om te voorkomen dat de dikkere giermaterie, het gierbezinksel, onder in de put zou blijven en door de pomp niet meer opgezogen zou kunnen worden. [JG 1a + 1b; N 11A, 59b; S 30; monogr.]
I-1
|
32607 |
gier pompen |
[gier] pompen:
po.mpǝ (P192p Voort)
|
Gier met een pomp uit de gierkelder opzuigen en in de gereedstaande gierton doen vloeien. De gegevens voor Nederlands Limburg (voornamelijk verkregen d.m.v. n 11A) beperken zich tot een achttiental plaatsen. Voor de overige is echter ook het type pompen te verwachten. De plaatselijke uitspraak daarvan kan worden afgeleid uit de gegevens van het vorige lemma. De plaatselijke term voor gier, het object van deze handeling, vindt men in het lemma gier c.a. [JG 1a + 1b; N 11A, 50b; A 9, 26 add.; monogr.]
I-1
|