18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbenge (P227p Vorsen)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17932 |
verdacht rondlopen |
sluipen:
sluipe (P227p Vorsen)
|
Rondzwerven met kwaad in zin (sluipen, schuimen, schuupen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17936 |
verdwenen |
eweg:
e weg (P227p Vorsen),
foetsie:
foetsie (P227p Vorsen)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergeeve (P227p Vorsen)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjooërdag (P227p Vorsen)
|
zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20367 |
verkering hebben |
caresseren:
kërséére (P227p Vorsen)
|
verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
18242 |
versiersel |
versiersel:
versiesels (P227p Vorsen)
|
Versiersel. Voorwerpen die tot versiering dienen [sier(sel), smeer, (op)smuk, opmaak, opschik, tooi] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18226 |
versleten |
versleten:
verslete (P227p Vorsen)
|
Versleten. Door lang gebruik stuk gegaan, niet meer bruikbaar, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
17625 |
verstandskies |
wijsheidstand:
wijsheidstaan (P227p Vorsen)
|
Verstandskies, wijsheidstand [N 106 (2001)]
III-1-1
|
22349 |
verstoppertje spelen |
verstoppertje spelen:
Ook: ouch e wèg stèeke
verstoppertje (P227p Vorsen)
|
het doel bij het verstoppertje spelen [buut] [N 112 (2006)]
III-3-2
|