18730 |
douchen |
douchen:
douche (P227p Vorsen)
|
Zich douchen [douchen, wassen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
33982 |
draagriem |
hulp:
hø̜lǝp (P227p Vorsen)
|
Riem die op het lagere middengedeelte van het schoftzadel wordt gelegd en die twee lussen bevat die de berries van de kar ophouden. [JG 1b, 1c, 2a, 2b; N 13, 70]
I-10
|
34255 |
draaiende karnton |
bottervat:
[botter]vǭu̯ǝt (P227p Vorsen)
|
De karnton wordt met een zwengel of een wiel zelf rondgedraaid. Deze ton, waarin de boter door draaien wordt gemaakt, draait zelf mee. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [N 12, 51, 56 en 58; L 1a-m; L 27, 30 en 69; JG 1a, 1b, 1d, 2c; Ge 22, 10, 26, 29, 34 en 37; A 7, 19; S 17; monogr.]
I-11
|
33873 |
drachtige merrie |
vol:
vǫl (P227p Vorsen)
|
De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a]
I-9
|
33523 |
draden of randen van peulvruchten |
reven:
riəvə (P227p Vorsen)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
33848 |
draven |
draffen:
drafǝ (P227p Vorsen)
|
In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d]
I-9
|
22896 |
driekoningen add. |
driekoningendag:
drijkeïningendag (P227p Vorsen)
|
de naam voor de gebruiken met Driekoningen [6 januari] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
32844 |
driespansevenaar |
derdegespan:
dɛrdǝgǝspán (P227p Vorsen)
|
Het grote, verstelbare koppelhout, waarmee een dubbel zwenghout (waaraan weer twee enkele) en een enkel zwenghout van achteren onderling verbonden worden, wanneer men drie paarden naast elkaar voor een zwaar akkerwerktuig moet spannen. Zie afb. 100. Mogelijk zijn enkele termen van toepassing op het geheel van zwenghouten voor een driespan. In de betrokken termen hieronder vertegenwoordigt het lid ''drie'' ook varianten van het type ''drij''. [JG 1b + 1d add.; N 11A, 105]
I-2
|
17939 |
driftig lopen |
ronddraffen:
ront-draffe (P227p Vorsen)
|
Driftig lopen (giftig, gejaagd, kwaad). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
22655 |
drijftol |
smetdop:
/
smyët-dop (P227p Vorsen)
|
/ [SND (2006)]
III-3-2
|