e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vorsen

Overzicht

Gevonden: 1250
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
douchen douchen: douche (Vorsen) Zich douchen [douchen, wassen] [N 114 (2002)] III-1-3
draagriem hulp: hø̜lǝp (Vorsen) Riem die op het lagere middengedeelte van het schoftzadel wordt gelegd en die twee lussen bevat die de berries van de kar ophouden. [JG 1b, 1c, 2a, 2b; N 13, 70] I-10
draaiende karnton bottervat: [botter]vǭu̯ǝt (Vorsen) De karnton wordt met een zwengel of een wiel zelf rondgedraaid. Deze ton, waarin de boter door draaien wordt gemaakt, draait zelf mee. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [N 12, 51, 56 en 58; L 1a-m; L 27, 30 en 69; JG 1a, 1b, 1d, 2c; Ge 22, 10, 26, 29, 34 en 37; A 7, 19; S 17; monogr.] I-11
drachtige merrie vol: vǫl (Vorsen) De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a] I-9
draden of randen van peulvruchten reven: riəvə (Vorsen) [Goossens 1b (1960)] I-7
draven draffen: drafǝ (Vorsen) In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d] I-9
driekoningen add. driekoningendag: drijkeïningendag (Vorsen) de naam voor de gebruiken met Driekoningen [6 januari] [N 112 (2006)] III-3-2
driespansevenaar derdegespan: dɛrdǝgǝspán (Vorsen) Het grote, verstelbare koppelhout, waarmee een dubbel zwenghout (waaraan weer twee enkele) en een enkel zwenghout van achteren onderling verbonden worden, wanneer men drie paarden naast elkaar voor een zwaar akkerwerktuig moet spannen. Zie afb. 100. Mogelijk zijn enkele termen van toepassing op het geheel van zwenghouten voor een driespan. In de betrokken termen hieronder vertegenwoordigt het lid ''drie'' ook varianten van het type ''drij''. [JG 1b + 1d add.; N 11A, 105] I-2
driftig lopen ronddraffen: ront-draffe (Vorsen) Driftig lopen (giftig, gejaagd, kwaad). [N 109 (2001)] III-1-2
drijftol smetdop: /  smyët-dop (Vorsen) / [SND (2006)] III-3-2