e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vroenhoven

Overzicht

Gevonden: 1550
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oor oor: u:rə (Vroenhoven), ūǝr (Vroenhoven) oren [RND] || Zie afbeelding 2.1. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
oorring oorbel: u.rbaelə (Vroenhoven) een paar oorringen [ZND 40 (1942)] III-1-3
op bedevaart gaan bedeweg gaan: ver goin bejwèg (Vroenhoven), vèr is meeer beklemtoond  vĕr gwoon beiwèg (Vroenhoven) We gaan een bedevaart doen. [ZND 21 (1936)] III-3-3
op de loop gaan lopen gaan: lōpe gwoͅn (Vroenhoven), op de loop gaan: op de loop gwon (Vroenhoven), op də l"p gwoͅjn (Vroenhoven) op de loop gaan [ZND 30 (1939)] III-1-2
op heukelingen zetten, zwelen op hoopjes zetten: ǫp [hoopjes] ˲zętǝ (Vroenhoven) Het bijeenwerken van de langwerpige heuveltjes tot de kleinste soort hopen: heukelingen of heukels. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de heukeling, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''heukeling''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''heukeling''. In dit en in de volgende lemma''s komen het woordtype opper en de afleidingen daarvan, zoals opperen, voor. Het type kent een achttal mogelijke typevarianten die onderling geen voorkeursvolgorde hebben: opper, upper, oppel, uppel, hopper, hupper, hoppel, huppel. In dit en in de volgende lemma''s zijn de vormen met en zonder begin-h als aparte woordtypen behandeld; de andere vormen staan steeds in dezelfde volgorde. De kaarten 39, 41 en 43, respectievelijk "op heukelingen zetten", "op hopen zetten" en "op oppers zetten" hebben alle drie dezelfde opbouw, die weer in verband staat met de opbouw van de kaarten 40, 42 en 44: "heukeling", "hoop" en "opper". Voor deze zes kaarten zijn ook dezelfde symbolen voor gelijke opgaven gebruikt. [N 14, 103; JG 1a, 1a, 1c; monogr.] I-3
op hol slaan lopen gaan: lūpǝ gǫnj (Vroenhoven), op (de) loop gaan: ǫp løi̯p ˲guɛ.n (Vroenhoven) Aan het hollen gaan, niet meer aan het commando gehoorzamen. [JG 1a, 1b; N 8, 81f] I-9
op oppers zetten, opperen huisteren: hū.stǝrǝ (Vroenhoven) Het bijeenwerken in de grootste soort hooihopen, oppers, die in het veld en direct op de grond, worden gemaakt; ze kunnen wel tot 3 meter hoog worden opgezet. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de opper, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van ø...ŋ verwezen naar de woordtypen van het lemma ''opper''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''opper''.' [N 14, 111; JG 1a, 1b; monogr.] I-3
op rijen zetten banen maken: [banen] mǭ.kǝ (Vroenhoven) Het uitgespreide gras dat de eerste droging heeft ondergaan bijeenwerken tot rijen of langwerpige heuveltjes. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi of gras. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de rij, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''rij, wiers''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''rij, wiers''. Achter in het lemma staan dan de werkwoorden bijeen die geen formeel verband met de benamingen voor de rij hebben. De kaart bevat de denominatieven van de heteroniemen voor rij, wiers en de werkwoordelijke uitdrukkingen met die heteroniemen, ook geordend zoals in het lemma ''rij, wiers''. [N 14, 100; JG 1b, 1c, 2c; A 10, 18; L 38, 36; monogr.] I-3
opmaken opmaken: gae:lt opmo:kə (Vroenhoven), opmōͅkə (Vroenhoven), zən sae:ntə opmo:kə (Vroenhoven), Goedje = goederen.  zə gø:tṣə opmo:kə (Vroenhoven) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opnieuw beginnen optenieuw beginnen: op tə no`ts bəgInə (Vroenhoven) opnieuw beginnen: veel dialecten kennen nog andere woorden dan opnieuw [ZND 40 (1942)] III-1-4