e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vroenhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pennenhouder pennenstok: pennestok (Vroenhoven) pennenhouder [ZND 40 (1942)] III-3-1
pet: algemeen klak: klak (Vroenhoven, ... ) pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] || pet, muts, klak [RND] III-1-3
peterselie peterselie: pitərsē.li (Vroenhoven) [Goossens 1b (1960)] I-7
peul bonenschaal: bunəšoͅ.l (Vroenhoven), erwtenschaal: ɛ.rtəšoͅ.l (Vroenhoven) groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) schaal: šōͅl (Vroenhoven, ... ) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: pōͅlə (Vroenhoven, ... ) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulerwten sokkererwten: sokərēͅ.rtə (Vroenhoven) [Goossens 1b (1960)] I-7
piano piano: Karte 244.  pi`jāno} m. (Vroenhoven) Klavier. III-3-2
piekeren prakkiseren: prakkezeeren (Vroenhoven) hij zat daar altijd te mijmeren (onder "mijmeren"verstaan we hier: over zijn zorgen zitten te denken, te piekeren, te prakkezeren) [ZND 39 (1942)] III-1-4
pijn pijn: pɛin (Vroenhoven, ... ) pijn [RND] || pijn: De handen van dat kleine kindje doen zeer [ZND 44 (1946)] III-1-2