e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vroenhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegennet vliegennet: vlēgǝnęt (Vroenhoven) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vlinder kapel: kopeͅl (Vroenhoven), groter dan piepel  kapel (Vroenhoven), mot: mot (Vroenhoven), pepel: pi.pəl (Vroenhoven), piepel (Vroenhoven, ... ), valk: valk (Vroenhoven) vlinder [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vod vod: vot (Vroenhoven) vod III-1-3
voederbieten kroten: krōtǝ (Vroenhoven) Beta vulgaris L. subsp. vulgaris. De algemene benaming van de bieten die gekweekt worden om als veevoeder te worden gebruikt. De voederbiet groeit grotendeels boven de grond, in tegenstelling tot de suikerbiet waarvan alleen de bladerkruin boven de grond uitkomt. De plant gedijt het best op losse vochthoudende zandgrond en verdraagt zware stalmest- of gierbemesting. Het is vanouds een in Limburg veel verbouwd veevoeder dat in het eigen gemengde bedrijf werd benut. Voor de fonetische documentatie van het tweede woorddeel in de samenstellingen zoals voederbieten, waarvan dat tweede element ook als enkelvoudig woord in het lemma voorkomt, zie onder dat enkelvoudig woord, i.c. bieten. In de vragenlijsten is steeds naar de meervoudsvorm gevraagd. [N 12, 38; N 12A, 1; JG 1a, 1b, 1d, 2b, 2c; A 13, 2b; L 43, 4b; monogr.] I-5
voedsel eten: ēͅ-tə (Vroenhoven), ə:tə (Vroenhoven), kost: kos (Vroenhoven) dat is krachtig voedsel [ZND 28 (1938)] || eten (znw.) [ZND 44 (1946)] III-2-3
voer voer: fōr (Vroenhoven) Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.] I-11
voering, voeringstof voer: vōr (Vroenhoven) Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.] II-7
voerman voerman: vōrman (Vroenhoven) Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
voetballer voetballer: Karte 165.  vut}/[vūt}baller (Vroenhoven) Fussballspieler. III-3-2
voetbalspel voetbal: Karte 163.  vut}/[vūt}bal m. (Vroenhoven) Fussball(veranstaltung). III-3-2