e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vroenhoven

Overzicht

Gevonden: 1550
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dokter dokter: dəktu:r (Vroenhoven) Hij woont naast de dokter, naast Verbelen [ZND 44 (1946)] III-1-2
dompelen duwen: în t wa͂tər douwə (Vroenhoven), in het water duwen: ps. deels omgespeld volgens Grootaers (er staat een a met een ? erboven).  in ⁄t [wátər} douwə (Vroenhoven, ... ), in het water steken: ien t waoter stèke (Vroenhoven), ien ⁄t waoter stèke (Vroenhoven, ... ) (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4
donderen donderen: dondere (Vroenhoven, ... ), dōͅndərə (Vroenhoven, ... ) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donderwolk dondertorens: dondərtwoin (Vroenhoven), donderwolk: dondərwoͅlk (Vroenhoven) donderwolk [ZND 33 (1940)] III-4-4
donderx donder: donder (Vroenhoven, ... ), doͅndər (Vroenhoven, ... ) donder [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker, duisterx donker: dòònker (Vroenhoven), duister: dystər (Vroenhoven) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
dood (bn.) dood: dŏĕt (Vroenhoven) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dŏĕt (Vroenhoven) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodkist doodskist: znd 33, 38;  dutskes (Vroenhoven), zerk: znd 33, 38;  zéérək (Vroenhoven) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodskist doodskist: znd 33, 38;  dutskes (Vroenhoven), zerk: znd 33, 38;  zéérək (Vroenhoven) Doodkist. [ZND 33 (1940)] III-3-3