| 34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hǭ.mǝl (Q172p Vroenhoven),
hǭmǝl (Q172p Vroenhoven)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|
| 34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛrx (Q172p Vroenhoven),
bɛ̄.rǝx (Q172p Vroenhoven)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
| 34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gelts:
gē.ls (Q172p Vroenhoven
[(niet vol te krijgen)]
)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
| 18254 |
gesp |
gesp:
gasp (Q172p Vroenhoven),
gespel:
Achtervoeging van -l.
gaspəl (Q172p Vroenhoven),
Subst. op -el, waarschijnlijk naar analogie met andere Ndl. substantieven op -el.
gaspəl (Q172p Vroenhoven)
|
gesp [ZND 01u (1924)]
III-1-3
|
| 18828 |
getob; tobben |
gefoddel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gefoddel (Q172p Vroenhoven),
gesukkel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gəsoͅkəl (Q172p Vroenhoven)
|
gemartel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
| 20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwde vrouw:
gətrówdə vrów (Q172p Vroenhoven)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
| 21321 |
getuigen |
getuigen:
gətəujgə (Q172p Vroenhoven),
tuigen:
tŭigĕ (Q172p Vroenhoven)
|
getuigen [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
| 21322 |
gevangenis |
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
prĕsong (Q172p Vroenhoven)
|
gevangenis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
| 17808 |
geven |
geven:
geive (Q172p Vroenhoven),
gève (Q172p Vroenhoven, ...
Q172p Vroenhoven)
|
geven [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
| 17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
geveulich (Q172p Vroenhoven),
nog altijd voelen:
ich veul hət noch altīt (Q172p Vroenhoven)
|
mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|