e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vroenhoven

Overzicht

Gevonden: 1550
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mevrouw madam (<fr.): pi.kə, gɛ:f mədam ins ə šun hɛnəchə (Vroenhoven) Piet (Arie), geef madame nu eens een schoon handje [ZND 44 (1946)] III-3-1
miauwen miauwen: mi’au.ə (Vroenhoven) miauwen [Goossens 1b (1960)] III-2-1
middag (s middags) noen: nóón (Vroenhoven) middag [RND] III-4-4
middagmaal noen, de -: noon (Vroenhoven), werklui eten om 8,12,15,19 uur De boeren daarenboven nog om 6 uur ¯s morgens  noon (Vroenhoven) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)] III-2-3
middendeel van het paard romp: ro.mp (Vroenhoven) De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
middennaafbanden karbanden: kārbɛnj (Vroenhoven), naafbanden: nǭf˱bɛnj (Vroenhoven) De ijzeren banden om het brede gedeelte van de naaf, aan weerszijden van de spaken. Zie ook afb. 214 en de lemmata ɛmuilbandɛ en ɛachternaafbandɛ.' [N G, 43e; N 17, 60; JG 1a; JG 1b; L 39, 22 add.; monogr.; div.] II-11
mijt afdekken dekken: dękǝ (Vroenhoven), koningen: kyǝ.neŋǝ (Vroenhoven) De korenmijt van een dak voorzien. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Bij besteken merkt Goossens in zijn materiaal op: "meer speciaal de grote band om de kop". [N 15, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
mikken mikken: mekə (Vroenhoven), ogen: öygə (Vroenhoven) lonken (mikken) [RND] III-3-2
mist, nevel (alg.) mist: mis (Vroenhoven), nevel: is vochtiger dan mis  nievel (Vroenhoven) mist, nevel [ZND 39 (1942)] III-4-4
modder, slijk fladder: fladder (Vroenhoven), prats: pratsj (Vroenhoven) modder, slijk [ZND 39 (1942)] III-4-4