e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vrusschemig

Overzicht

Gevonden: 384
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leverworst leverworst: leverwōēsj (Vrusschemig) leverworst [N 06 (1960)] III-2-3
lichaam lijf: līēf (Vrusschemig), ut liëf (Vrusschemig) buik (lijf) [DC 01 (1931)] || lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht kracht: [Lex. var. kraft: tweede hoogduitse klankverschuiving]  de kraf (Vrusschemig, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht merg: der merg (Vrusschemig) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lichte nevel nevel: niëvel (Vrusschemig) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
lidmaat, ledematen gelid, gelederen: de gelidder (Vrusschemig), lid, leden: Mv. de gelidder  e lid (Vrusschemig) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lies lies: de liës (Vrusschemig), de liëse (Vrusschemig) lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1
lip lip: lìp (Vrusschemig) lip [DC 01 (1931)] III-1-1
loeren loeren: loëre (Vrusschemig) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
long long: long (Vrusschemig) long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] III-1-1