e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waltwilder

Overzicht

Gevonden: 917
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitnodigen voor een begrafenis bidden: bèə (Waltwilder) uitnodigen (voor begrafenis) [ZND 32 (1939)] III-3-1
uitspannen uitspannen: ō.tspanǝ (Waltwilder) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitwijken afvaren: ǭf˲vǭ.rǝ (Waltwilder), opzij uitvaren: ǫp˲zɛi̯ ō.t˲vǭ.rǝ (Waltwilder) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
vaars vaars: vi̯as (Waltwilder) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lē.f (Waltwilder) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
van veren wisselen ruizelen: rē.zǝlǝ (Waltwilder), ręzǝlǝ (Waltwilder), ręǝzǝlǝn (Waltwilder) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
varken varken: vɛ̄.rkǝ (Waltwilder) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken van acht tot twaalf weken schoot: šō.ǝt (Waltwilder) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens mesten masten: mastǝ (Waltwilder) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkensvet gesmolten vet: gəsmoͅ.ltə veͅt (Waltwilder) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3