e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214p plaats=Wanssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lammetjespap boekweitepap: Syst. WBD  boekendepap (Wanssum) Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
lamp lamp: lāmp (Wanssum) lamp III-2-1
lampenpit lemmet: lemət (Wanssum) lampkatoen in petroleum- en olielamp III-2-1
lamsoor schaapsoren: statice limonium  schaopsoeëre (Wanssum) schaapsoor, plant III-4-3
landerijen land: lānt (Wanssum), veld: vɛlt (Wanssum) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landjeveroveren mesje pikken: meske pikke (Wanssum) Jongensspel waarbij met een mes in een op de grond getekend vierhoekig afgetekend "land"geprikt werd om op die wijze ander "land"te veroveren. III-3-2
landrol wals: wãls (Wanssum), wel: wɛ ̝l (Wanssum) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
lang duivenluisje pluimzottenluis: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  Pluimzotteluizen (Wanssum) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lang duiveluisje [N 93 (1983)] III-3-2
lange dunne boom uitdunsel: uitgedunde slieten uit het bos  ütdunsel (Wanssum) slieten III-4-3
langpootmug langbenige: langbenige (Wanssum) langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2