27904 |
raam |
raampje:
rē̜mkǝ (L214p Wanssum),
venster:
vēnstǝr (L214p Wanssum),
vę ̝nstǝr (L214p Wanssum)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
20801 |
raapstelenstamppot |
stelenmoes:
stēləmus (L214p Wanssum)
|
moes van raapstelen
III-2-3
|
33272 |
raapzaadolie |
bomolie:
bǫmǫli (L214p Wanssum)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
arig (L214p Wanssum),
raar:
raar (L214p Wanssum),
vreemd:
vremd (L214p Wanssum, ...
L214p Wanssum)
|
raar [DC 02 (1932)] || vreemd || vreemd: Hoe luidt in uw dialect het woord - [DC 19 (1951)]
III-1-4
|
28447 |
raat |
(het) werk:
wę̄rk (L214p Wanssum),
raat:
rǭt (L214p Wanssum)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
raojen (L214p Wanssum),
met lengteteken op de ä en ö
räöje (L214p Wanssum)
|
raden [N 07 (1961)] || raden, raad geven
III-1-4, III-3-2
|
33577 |
radijs |
radijs:
radies (L214p Wanssum)
|
I-7
|
18167 |
rafel |
dreumel:
dreumel (L214p Wanssum),
femmel:
B.v. Dao hungt enne femmel án ów klieëd.
femmel (L214p Wanssum),
vetsel:
fetsel (L214p Wanssum)
|
loshangende draad aan kleed etc. || losse draad van stof || rafel
III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenjager:
spenəjɛ̄gər (L214p Wanssum)
|
raagbol
III-2-1
|
19433 |
ramen lappen |
zemen:
ziəmə (L214p Wanssum, ...
L214p Wanssum)
|
ramen zemen [DC 15 (1947)] || zemen
III-2-1
|