e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214p plaats=Wanssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schipper schipper: sxipər (Wanssum) schipper [RND] III-3-1
schitbossen schijtbossen: sxīt˱bø̜s (Wanssum) Bossen van welig opschietend gras in de weide, op plaatsen waar koedrek heeft gelegen. De koeien laten deze bossen vaak staan; ze worden dan later in het seizoen afgemaaid. Overal is het meervoud opgenomen; behalve waar uitdrukkelijk anderszins aangegeven. [N 14, 85; N 14, 123 add.; monogr.] I-3
schoen: algemeen schoen: schōēn (Wanssum) schoen III-1-3
schoenborstel wiksborsteltje: weks˂bø͂ͅrstəlkə (Wanssum, ... ), wiksbö:rstelke (Wanssum) klein schoensmeerborsteltje III-1-3, III-2-1
schoenen (mv.) schoenen (mv.): hôog schoen, leeg schoen  schoen (Wanssum) Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] III-1-3
schoenen poetsen wiksen: weksə (Wanssum, ... ), wikse (Wanssum) met schoensmeer insmeren III-1-3, III-2-1
schoenmaker schoester: sxustǝr (Wanssum) In dit lemma zijn zowel de benamingen verwerkt voor "de persoon die schoeisel vervaardigt" als voor "de persoon die schoeisel repareert". [N 60, 216a; N 60, 231a; Wi 2; N 60, 75; monogr.] II-10
schoensmeer wiks: weks (Wanssum, ... ), wiks (Wanssum) schoensmeer III-1-3, III-2-1
schoenveter riem: rīēm (Wanssum), schoenriem: schōēnriem (Wanssum), Sub riem.  schōēnrīēm (Wanssum) schoenveter || schoenveter, alle middelen om schoenen dicht te rijgen || veter III-1-3
schoffel schoffel: sxufǝl (Wanssum) Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7] I-5