22593 |
verschillende knikkerspelen: spel met knikkers en centen op een steen (trumpen) |
trumpen:
De centen, van elke speler een gelijk aantal, (1, 2 of 3) lagen kruis? munt? De spelers "goeëiden aaf", d.w.z. ze wierpen van de steen (de pot) af in de richting van de streep. Wie er het dichtste bij lag was de eerste werper. Het doel van het spel was de centen te doen onderste boven vallen door er met de bikkel op te gooien of door de "pot"te doen kantelen.
trūmpe (L214p Wanssum),
Zie kles: twee centen op een steen die half over elkaar liggen.
trumpen (L214p Wanssum)
|
Knikkerspel, waarbij men vanaf een streep zijn knikker zo dicht mogelijk bij een steen moet rollen. Daarna kan men bij de volgende beurt 2 centen die kruis liggen munt gooien. || Spelen het spel van "trumpe", een spel met dikke stuiters ("bikkel"), een baksteen en centen.
III-3-2
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
kransen:
De ongehuwden uit de buurt of het dorp kwamen "krense"bij gelegenheid van bruiloften, jubilea, priesterfeesten, of de dood van kinderen en volwassenen, ook bij ontvangsten van autoriteiten. De kransen werden gemaakt van palm (z. ald.) of sparre- of dennegroen.
krēnse (L214p Wanssum)
|
Maken.
III-3-2
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
spręi̯ (L214p Wanssum)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
19179 |
verstandig |
gescheit (du.):
gescheit (L214p Wanssum),
wijs:
wīēs (L214p Wanssum)
|
verstandig
III-1-4
|
22349 |
verstoppertje spelen |
bergemuisje spelen:
Als de gevondene eer aan de "pot"was moest hij driemaal op de "pot"kloppen en roepen: Ieën, twieë, drie, potaaf!
bergemüske speule (L214p Wanssum)
|
Verstoppertje spelen.
III-3-2
|
19779 |
verwarmen, stoken |
stoken:
stō̞kə (L214p Wanssum)
|
stoken, vuur aan hebben
III-2-1
|
24555 |
verwelkt |
slak:
in: de bloemen hangen slak
slak (L214p Wanssum)
|
verwelkt, verslapt
III-4-3
|
23179 |
verwoed kaarter |
kaartmajoor:
kaartmajoeër (L214p Wanssum),
kaartmoer:
kaartmoeër (L214p Wanssum)
|
Man die verzot is op kaarten. || Vrouw die verzot is op kaarten.
III-3-2
|
18931 |
verzuimen |
verzuimen:
verzümme (L214p Wanssum)
|
verzuimen
III-1-4
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
v^ɛ:spər (L214p Wanssum)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|