e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214p plaats=Wanssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
watermunt pepermunt: pepperpūnt (Wanssum) pepermunt (plant) III-4-3
waterput put: pøt (Wanssum, ... ) [DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] [RND 10] [Roukens 03 (1937)] I-7
waterring van de mijt ring: rīŋk (Wanssum) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
wedstrijdduif postduif: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  pŏaË™stdoeve (Wanssum) Hoe heet de duif of duivesoort die voor het spel gebruikt wordt? [N 93 (1983)] III-3-2
weduwe wedvrouw: wedvrouw (Wanssum), wètvrouw (Wanssum) weduwe [DC 05 (1937)] III-2-2
weduwnaar wedkerel: wètkèl (Wanssum), wedman: wedman (Wanssum), wètman (Wanssum) weduwnaar [DC 05 (1937)] III-2-2
weduwschapsspel weduwschap: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  weduwschap (Wanssum) Hoe heet dit spel als de duivin thuis blijft? [N 93 (1983)] III-3-2
week in de muil teer: tiǝr (Wanssum) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9
weer naar het jaargetijde herfstweer: herfstweer  herfstwèèr (Wanssum) herfstweer III-4-4
weerborstel valse kruin: valse kruun (Wanssum), weerborstel: wèrbaorsel (Wanssum), wèrbaorstel (Wanssum) valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] III-1-1