e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doop doop: inne deup (Waubach), inne doop (Waubach) Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbelofte doopbelofte: doopbelofte (Waubach) De doopbeloften zoals ze worden afgelegd door peter en meter. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbewijs doopbewijs: deupbewieës (Waubach), doopschijn: doopsjien (Waubach) Het doopbriefje, het bewijs dat men gedoopt is [doofsjien]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopdekentje doopdeken: deupdekke (Waubach), doopkleed: deupkleet (Waubach) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopgetuige mee aan de doop gaan: mit agg`n deup goa (Waubach) Als doopgetuige aanwezig zijn [an doof joaë]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopjurkje doophemdje: deuphömpke (Waubach), doopkleed: deupkleed (Waubach, ... ), t doopkleed (Waubach, ... ), doopkleedje: do.pklɛtjə (Waubach) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopkleed [RND] || het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] || het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei] [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doopkaars doopkaars: de doopkeëts (Waubach), deupkets (Waubach) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: de doopkapel (Waubach), deupkapel (Waubach) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopmutsje doopmutsje: doopmutsjke (Waubach) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopsel doop: deup (Waubach), dr doop (Waubach) Het doopsel [der doof]. [N 96D (1989)] III-3-3