e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gloed hits: hits (Waubach) Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)] III-2-1
gloria gloria (lat.): gloria (Waubach), t gloria (Waubach) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gluiperd viezzerd: viezzerd (Waubach) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] III-1-4
gluiperig slinks: sjlinks (Waubach), stiekem: stiekum (Waubach) gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] || huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
god de vader god de vader: god de vader (Waubach), god ozze vadder (Waubach) God de Vader. [N 96D (1989)] III-3-3
godsdienstonderricht op zondag christenleer: kristelieër (Waubach) Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: godslamp (Waubach), gotteslamp (<du.): gaodeslamp (Waubach) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
godslasteren godslasteren: godslastere (Waubach) Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)] III-3-3
godslastering godslastering: godslastering (Waubach) Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)] III-3-3
goed dak goede berg: gǫwǝ bɛrx (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Emma]) Een goed dak laat bij het afkloppen een scherpe, helle klank horen. Het bestaat uit vaste steen. [N 95, 890] II-5