20383 |
in ondertrouw gaan |
zich aangeven:
zich aageëve (Q117a Waubach)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
dik zijn:
dik zieë (Q117a Waubach),
groot gaan:
groeët goa (Q117a Waubach)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
in voorraad:
in vuërroad han (Q117a Waubach)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
27867 |
inbraak, stopmijnen |
inbrok:
ebrux (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752]
II-5
|
18037 |
indigestie (hebben) |
te veel gegeten:
te vöäl gegete (Q117a Waubach)
|
Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
28396 |
industriekool |
gaskolen:
gāskoǝlǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Eisden]),
vetkool:
vɛtkoǝl (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
vlamkolen:
vlamkoǝlǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.]
II-5
|
18812 |
informeren (onoverg.) |
zich erkundigen (< du.):
zich erkundige (Q117a Waubach)
|
inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27236 |
ingenieur |
ingenieur:
enžǝnjø̄r (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
De algemene benaming voor ingenieur. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden lopen nogal uiteen. [N 95, 139; N 95, add.; monogr.]
II-5
|
18849 |
ingetogen |
stil:
sjtil (Q117a Waubach)
|
zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17701 |
ingewanden |
darmen:
derm (Q117a Waubach)
|
ingewanden [N 10a (1961)]
III-1-1
|