e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkstoel bedestoel: beësjtool (Waubach), kerkstoel: inne kirksjtool (Waubach), kirksjtool (Waubach) Kerkstoelen, de stoelen (met of zonder opklapbare zitting) waarop men zowel kan knielen als zitten [kerksteul, -stoele?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerktoren kerktoren: kirktoêre (Waubach), kirktōēre (Waubach), klokkentoren: klokketoêre (Waubach) De toren van de kerk, waarin zich de klokken bevinden [kèrktaore, -taon, -toer, klokketoren?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkuil kerkuil: kirkuul (Waubach) uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kerkvaandel kerkenvaan: kirkevaan (Waubach) Het kerkvaandel [de kirchevaan]. [N 96C (1989)] III-3-3
kermis kermis: kɛrəməs (Waubach), wirvel: wirvel (Waubach) kermis [RND] || Kermis. III-3-2
kermis op sacramentsdag bronkkermis: bronkkermis (Waubach) kermis op sacramentsdag [VC 33 (1967)] III-3-2
kermisgeld kermisgeld: kirmesgeld (Waubach) Een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi]. [N 88 (1982)] III-3-2
kermismolen carrousel (fr.): krussel, kursēl (Waubach) Caroussel. III-3-2
kermismuziek muziek: moeziek (Waubach) De muziek die te horen is op kermissen [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
kermistent kraam: kroam (Waubach) Een kermistent [barak, schob]. [N 88 (1982)] III-3-2