25289 |
lood, maat van 10 gram |
lood:
loeëd (Q117a Waubach)
|
de maat die een gewicht aangeeft van 10 gram [lood] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
27687 |
loods |
barak:
brak (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Winterslag, Waterschei]),
loods:
loods (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Algemene benaming voor een gebouw waar materialen zoals machines (Q 121c) of stijlen (L 374) kunnen worden opgeslagen. [N 95, 11]
II-5
|
30579 |
loodvergiftiging |
loodvergiftiging:
lū.t˲vǝrgeftegeŋ (Q117a Waubach)
|
Ziekte die ontstaat ten gevolge van het werken met loodhoudende verfstoffen. [N 67, 101; monogr.]
II-9
|
24846 |
loof |
blader:
Veldeke
blaar (Q117a Waubach)
|
De bladeren van een boom samen (loof, lover). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33250 |
loof van de bieten afplukken |
bladeren:
blārǝ (Q117a Waubach)
|
Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.]
I-5
|
21686 |
loon |
achtzehntel:
axtsēntɛl (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
geld:
gelt (Q117a Waubach),
loon:
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
lōē.n (Q117a Waubach),
maandloon:
mǫntluǝn (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Het loon dat dagelijks, veertiendaags of maandelijks wordt uitbetaald. Zie ook het lemma Uitbetaling Van Loon. De woordtypen "achtzehntel" en "neunzehntel" betreffen het loon van een hulphouwer, respektievelijk 80% en 90% van het loon van een houwer. Zie ook het lemma Hulphouwer. [N 95, 976; monogr.; N 95, 144; Vwo 416; Vwo 437] || loon, wat men verdient [N 21 (1963)]
II-5, III-3-1
|
25604 |
loonbakken |
loonbakken:
lū.nbakǝ (Q117a Waubach)
|
Het bakken van deeg dat door de mensen bij de bakker wordt gebracht. De bakker krijgt hiervoor een vergoeding. Volgens de informant van L 291 brachten de boeren en burgers hun gemengd deeg naar de bakker. Dit was zeer lastig spul, omdat de samenstelling verschilde en de rijsgraad eveneens. Dikwijls sloeg het in de oven neer. [N 29, 98]
II-1
|
27697 |
loonkantoor, loonhal |
loonbureau:
luǝnbyrō (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
loonhal:
lūǝnhal (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Plaats waar het loon uitbetaald wordt. [N 95, 28; N 95, 977]
II-5
|
27574 |
loonzakje |
loontuit:
luǝntȳt (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Volgens de informant van Q 15 was het loonzakje al vroeg in onbruik. De arbeider kreeg daarna van zijn opzichter een loonstrookje en tegen inlevering hiervan werd zijn loon uitbetaald. [N 95, 980]
II-5
|
20132 |
loops |
loops:
leupsj (Q117a Waubach),
lø̄pš (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)], [N C (1962)]
III-2-1
|