e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
offergeld offergeld: offergeld (Waubach, ... ) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes even: effe (Waubach, ... ), ēē⁄ve (Waubach), ĕĕ⁄ve (Waubach), ogenblikje: ogenbliksjke (Waubach), tijdje: ee tietje (Waubach) een korte tijdsruimte [poosje, end, scheut, stoot, rek, kortje, hortje, kutske, rande] [N 91 (1982)] || eventjes, een ogenblik || ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
ohmmeter ohmmeter: ohmmeter (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale, Wilhelmina]) Apparaat voor het doormeten van schietleidingen. [N 95, 408; monogr.] II-5
okkernoot krakeling: krakeling (Waubach) noot I-7
oksaal oksaal: oksaal (Waubach, ... ) Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
oksel onder de arm: ònger de erm (Waubach) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
olie l (du.): öl (Waubach) olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
oliebol keutel: kuttel (Waubach), nonnenvot: nònnevòt (Waubach) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3
oliekoek krentenkoek: krintekoo.k (Waubach) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] III-2-3
olieverf oligsverf: ǫalexs˲[verf] (Waubach) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9