e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
olieverven verven: [verven] (Waubach) Schilderen met olieverf. [N 67, 66a] II-9
olifant olifant: Karte 109.  olifant (Waubach) Elefant. III-3-2
omarmen omspannen: umsjpanne (Waubach) omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2
ombraak ombrok: ømbrux (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Maurits]), umbrok: umbrux (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een gang om de hoofdschacht dienend voor het omleiden van het vervoer. [N 95, 185; N 95, 695; N 95, add.; Vwo 251; Vwo 548; Vwo 552; monogr.] II-5
omgang van de toren omgang: umgank (Waubach), rondgang: rònkgank (Waubach) De omgang, de trans van de toren. [N 96A (1989)] III-3-3
omheinen afrasteren: āfrastǝrǝ (Waubach), heg zetten: hɛk zɛtǝ (Waubach) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tū.n (Waubach), tūn (Waubach) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omheining van het kerkhof kerkhofsmuur: kirkhofsmoeër (Waubach) De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)] III-3-3
omheining van ijzeren spijlen stanketsel: staŋkɛtsǝl (Waubach) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omheining van opstaande latjes hek: hēk (Waubach) Omheining getimmerd van opstaande latjes, meestal rond een tuin of hof. [A 25, 4d; monogr.] I-8