30885 |
pekdraad |
pekdraad:
pɛkdrǭt (Q117a Waubach)
|
De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39]
II-10
|
20812 |
pekel |
pekel:
pīkǝl (Q117a Waubach)
|
De zoutoplossing waarin het vlees wordt bewaard. [N 28, 108; monogr.]
II-1
|
25454 |
pekelkuip |
kuip:
kūp (Q117a Waubach)
|
De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.]
II-1
|
19400 |
pendule |
klok:
klok (Q117a Waubach)
|
Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
17717 |
penis |
jaan:
jaan (Q117a Waubach),
joepeman:
joepemaan (Q117a Waubach),
loeres:
leuris (Q117a Waubach),
lul:
lul (Q117a Waubach),
nijp:
niep (Q117a Waubach),
nonk:
nónk (Q117a Waubach),
pieltje:
Kinderwoorden.
pielleke (Q117a Waubach),
piemel:
piemel (Q117a Waubach),
piemmel (Q117a Waubach),
Gemeen.
piemmel (Q117a Waubach),
pieteman:
pietemaan (Q117a Waubach),
pipi:
Kinderwoord.
pieppie (Q117a Waubach),
sabberik:
siêberik (Q117a Waubach),
willy:
wielie (Q117a Waubach)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|
23995 |
penitentie |
penitentie (<lat.):
penetentie (Q117a Waubach),
penitentie (Q117a Waubach)
|
Penitentie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
27631 |
penningen afroepen |
nommeren afroepen:
nǫmǝrǝ āfrōpǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
De penningnummers afroepen bij het uitgeven van de penningen. Zie voor de fonetische dokumentatie van het woord (marken) het lemma Controlepenning. [N 95, 48]
II-5
|
27627 |
penningen uitgeven |
nommeren uitgeven:
nǫmǝrǝ utgēvǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Controlepenningen uitreiken. Het uitgeven van de penningen geschiedde bovengronds. De zegsman uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat op vertoon van de penning de mijnwerker zijn lamp en gereedschap kon ophalen. Daarna gaf hij de penning af voordat hij in de lift stapte. Aan het eind van de dienst kon hij de penning bovengronds, later ondergronds weer van een bord nemen. De penning werd uiteindelijk bij het verlaten van de mijn in een bak bij de portier gedeponeerd. Zie voor de fonetische dokumentatie van de tussen haken geplaatste woorden het lemma Controlepenning. [N 95, 45]
II-5
|
27632 |
penningenafroeper, penningenuitgever |
nommeruitgever:
nǫmǝrutgēvǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Zwartberg])
|
De man die verantwoordelijk was voor het oproepen en uitreiken van de penningen. [N 95, 125; N 95, 48 add.]
II-5
|
27630 |
penningencontrole |
nommercontrole:
nǫmǝrkǫntrǫl (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Waterschei, Zwartberg])
|
Het controleren van de penningen. Aan de hand van de controle kon worden vastgesteld welke mijnwerkers niet naar hun werk waren gekomen, maar ook of er bij het einde van de dienst mijnwerkers ondergronds waren achtergebleven. De invuller uit Q 3 merkt daarbij op dat in de mijnen in Winterslag en Waterschei de controle van de penningen door de "médailleur" zowel in de "médaillerie", de "lampisterie" als in de "beur" geschiedde. Uit de opgaven uit Q 111 , Q 112a, Q 117a en Q 121 blijkt verder dat de penningcontrole in de mijnen Oranje-Nassau I-IV, Laura, Julia en Domaniale gebeurde in de "penningboede" en de "markenboede" (zie het lemma Penningenlokaal). [N 95, 44; monogr.; N 95, 125; N 95, 47]
II-5
|