e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
preken prediken: preddige (Waubach), preken: preëke (Waubach) Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
prent(je) beeld(je): beltjə (Waubach), prent(je): prentje (Waubach) Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)] III-3-2
prentbriefkaart aanzichtkaart: anzichkaat (Waubach) een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
pret, schik spa (du.): sjpas (Waubach) een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] III-1-4
pretmaker spa-maker (< du.): sjpasmaker (Waubach) de persoon die altijd zorgt voor vrolijkheid en pret [pallieter, kadul] [N 85 (1981)] III-1-4
prettig plezierig: plezerig (Waubach) pret, genoegen verschaffend of veroorzakend; aangenaam [pertig, prettig] [N 85 (1981)] III-1-4
preuts preuts: preutsj (Waubach) preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)] III-2-2
prevelen murmelen: murmele (Waubach), prevelen: privvele (Waubach) Prevelen. [N 96B (1989)] III-3-3
priem? (wbd) trekgeld: trekgelt (Waubach) bedrag dat uitbetaald wordt aan degene die bij de eerste verkoping, i.v.m. de openbare verkoping van huizen e.d. [vgl. vraag 15a] het hoogste bod heeft gedaan [trekgeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
priemen pennen van het muursnoer: pɛnǝ van ǝt mūršnoar (Waubach) De twee pennen aan de uiteinden van het metselkoord waarmee het tijdens het metselen wordt vastzet. De priemen worden ook gebruikt om het koord na gebruik op op te rollen. Zie ook afb. 4. Volgens de invuller uit Q 121c worden thans met de toepassing van profielen geen priemen meer gebruikt. In P 176 noemde men het spannen van het metselkoord met behulp van de priemen: 'de koord opsteken' ('dǝ kōt˱ ǫpstēkǝ'). In L 291 gebruikte men geen priemen, maar zette men het metselkoord met behulp van vierduimse spijkers vast. [N 30, 14b; monogr.] II-9