23326 |
priester |
geestelijke:
geestelijke (Q117a Waubach),
priester:
preester (Q117a Waubach)
|
Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24080 |
priester die alleen de mis leest |
geestelijke:
geestelijke (Q117a Waubach)
|
Een priester die alleen de mis leest zonder bediening [prestak-wezemus]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24040 |
priester gewijd worden |
gewijd worden:
geweid wöäde (Q117a Waubach)
|
Priester gewijd worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24044 |
priesterfeest |
priesterfeest:
priesterfes (Q117a Waubach),
primizfeier (du.):
priemietsfeier (Q117a Waubach)
|
Een priesterfeest. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23414 |
priesterkoor |
koor:
koeër (Q117a Waubach),
priesterkoor:
priesterkoeër (Q117a Waubach)
|
Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24041 |
priesterwijding |
priesterwijding:
priesterweiing (Q117a Waubach)
|
De Priesterwijding. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
pri.zə (Q117a Waubach)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
stacheldraad:
štaxǝldrǭt (Q117a Waubach)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
30751 |
prikradje |
prikraadje:
prekrø̜̄tjǝ (Q117a Waubach)
|
Stalen wieltje met punten, draaibaar in een handvat bevestigd, waarmee men gaatjes in een paustekening maakt. Zie afb. 101. [N 67, 86d]
II-9
|
22356 |
priktol |
dobbel:
dobbel (Q117a Waubach),
ijsdobbel:
ieesdobbel (Q117a Waubach),
iesdobbel (Q117a Waubach),
ijsdop:
iesdop [īzdoͅp} (Q117a Waubach),
werpdobbel:
werpdŏbəl (Q117a Waubach)
|
Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)] || Wurfkreisel.
III-3-2
|