e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
priester geestelijke: geestelijke (Waubach), priester: preester (Waubach) Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)] III-3-3
priester die alleen de mis leest geestelijke: geestelijke (Waubach) Een priester die alleen de mis leest zonder bediening [prestak-wezemus]. [N 96D (1989)] III-3-3
priester gewijd worden gewijd worden: geweid wöäde (Waubach) Priester gewijd worden. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterfeest priesterfeest: priesterfes (Waubach), primizfeier (du.): priemietsfeier (Waubach) Een priesterfeest. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterkoor koor: koeër (Waubach), priesterkoor: priesterkoeër (Waubach) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
priesterwijding priesterwijding: priesterweiing (Waubach) De Priesterwijding. [N 96D (1989)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: pri.zə (Waubach) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad stacheldraad: štaxǝldrǭt (Waubach) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
prikradje prikraadje: prekrø̜̄tjǝ (Waubach) Stalen wieltje met punten, draaibaar in een handvat bevestigd, waarmee men gaatjes in een paustekening maakt. Zie afb. 101. [N 67, 86d] II-9
priktol dobbel: dobbel (Waubach), ijsdobbel: ieesdobbel (Waubach), iesdobbel (Waubach), ijsdop: iesdop [īzdoͅp} (Waubach), werpdobbel: werpdŏbəl (Waubach) Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)] || Wurfkreisel. III-3-2