19441 |
roestplek |
spikkel:
sjpikkel (Q117a Waubach)
|
Roestplek in het linnen (spot, spit, tikkel, maal, plek, smet) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19410 |
roet |
zwart:
sjwat (Q117a Waubach)
|
Het rookzwart dat onder een ketel vastzit (zoet, zwart, roet, kroos) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21363 |
roezemoezen |
smoezen:
Van Dale: smoezen, I.2. bedekt en zacht met iem. praten vooral ten koste van iemand anders.
sjmoehze (Q117a Waubach)
|
druk praten en fluisteren, gezegd van een groep mensen, roezemoezen [tipselen, strisselen, lispelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20760 |
roggebrood |
grauw brood:
grow broèd (Q117a Waubach),
zwart brood:
sjwat broëd (Q117a Waubach)
|
roggebrood [DC 35 (1963)]
III-2-3
|
18314 |
rok als bovenkledingstuk |
overrok:
uuverrok (Q117a Waubach)
|
rok als bovenkledingstuk [aoverrok, bovenrok, booveschort] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18284 |
rok: algemeen |
schoot:
WNT: schoot (I), 1. Onder den ogrdel of onder hetmiddel eenigszins ruim afhangend deel van een kleedingstuk [...]; 7. Vrouwenrok die bij een jak behoort en daarmee de bovenkleeding uitmaakt.
sjòt (Q117a Waubach)
|
vrouwenrok, kledingstuk dat van het middel af naar beneden hangt [rok, schort, schot, malbeusj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18318 |
rokkussentje |
queue (<fr.):
keu (Q117a Waubach)
|
kussentje waarmee men de rok naar achteren doet uitbollen [keu, keuje, vronk] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
32940 |
rol gevouwen hooi op de kar |
laag:
lǭx (Q117a Waubach)
|
De goed neergelegde hoeveelheid hooi op de kar. [A 34, 5b; add. uit N 14, 120]
I-3
|
32834 |
rollen |
draaien:
drīǝnǝ (Q117a Waubach),
walsen:
walsǝ (Q117a Waubach),
wellen:
wɛlǝ (Q117a Waubach)
|
De koe tijdens het kalven op de rug wentelen. [N 3A, 50] || Het land bewerken met de rol, met de rol over het land gaan. In dit lemma zijn ook enige termen ondergebracht, die het rollen met een bepaald doel, resp. een tweetal manieren van rollen naar de richting betreffen. Voor het (...)-gedeelte van de varianten daarvan zij verwezen naar het simplex wellen aan het be-gin. [JG 1a + 1b; N 11, 87; N 11A, 187a + b + c + 189a; N P, 20 add.; monogr.]
I-11, I-2
|
21647 |
rolletje munten |
rolletje:
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
ee rölke kwartjes (Q117a Waubach)
|
rolletje centen of kwartjes of andere munten [knappert, lok?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|