e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozenkransmaand rozenkransmaand: rozzekransmond (Waubach) De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)] III-3-3
rozijn rozijn: Veldeke  roziehn (Waubach) Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] III-2-3
rozijnenbrood rozijnenweg: rozīēne wek (Waubach), rozīēnewek (Waubach) brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)] || wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)] III-2-3
rubber transportband gummiband: gumibant (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Transportband, vervaardigd uit rubber. [N 95, 644; monogr.] II-5
rug rug: ruk (Waubach) rug [DC 01 (1931)] III-1-1
rug van het blad van de zeis rug: røk (Waubach) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
rug van het lemmer botte zij: bòtte zie (Waubach) De niet-scherpe zijde van een mes (rug, botte kant) [N 79 (1979)] III-2-1
rug, aangeaard stuk hoogvoor: hȳgvu.r (Waubach) De verhoogde rug of wal die ontstaat bij het aanaarden van de aardappelen. Bij holvoor(de) heeft betekenisoverdracht plaatsgevonden; het is eigenlijk de open voor naast de rug. [N 12, 27; monogr.] I-5
ruggengraat rozenkrans: ròzzekrans (Waubach), ruggenstrang: ruggestrank (Waubach) rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)] III-1-1
ruggenwervel knook: knōōk (Waubach) [N 10 (1961)] III-1-1