25086 |
snel, vlug |
kwiek:
kwiek (Q117a Waubach)
|
snel, vlug [greppig, vinkig, vinnig] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
29995 |
snelbindende cement |
vlotte cement:
vlǫtǝ sǝmɛnt (Q117a Waubach)
|
Cementsoort waarbij het binden, het proces van opstijving, een half uur na het aanmaken met water plaats heeft. Volgens de invuller uit Q 121 ontstaat snelbindende cement wanneer aan cement kalk en gips worden toegevoegd. Het gips bindt snel en werkt als een verharder. Snelhardende cement wordt gebruikt om gaten in muren bij te werken. [N 30, 35b; monogr.]
II-9
|
21372 |
sneuvelen |
sneuvelen:
sjneuvele (Q117a Waubach)
|
in de oorlog omkomen [sneven, sneuvelen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18134 |
snijwonde |
snijwonde:
sjniewong (Q117a Waubach),
snit:
inne sjnit (Q117a Waubach)
|
snee in de vinger [N 07 (1961)] || Snijwond: door snijden veroorzaakte wond (sleuf, kreeuw, vil, slip, schorp, krab). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19040 |
snikken |
grijnen:
grīēne (Q117a Waubach)
|
snikken [snoffe] [N 10 (1961)]
III-1-4
|
21450 |
snipper |
snipper:
sjniepper (Q117a Waubach)
|
een afgesneden, afgeknipt of afgescheurd stukje papier of stof [snipper, stoike, schreudje, schroodje, snippeling] [N 91 (1982)]
III-3-1
|
20549 |
snoepgoed |
snuit:
schnuuts (Q117a Waubach)
|
snoepgoed; Hoe noemt U: Zoetigheid, lekkernij, snoeperij, snoepgoed (mem, smul, lekker, lakker, snoep, lekkergoed, lekkerigheid, sneukelderij, snuisterij, kokerel, zoetigheid, grevegoed) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20550 |
snoepje |
klompje:
klumpke (Q117a Waubach)
|
snoepje; Hoe noemt U: Een stukje snoepgoed (babbeltje, snoepje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33996 |
snoer |
smikkesnoer:
šmekǝšnōr (Q117a Waubach)
|
Bewegend deel van de zweep dat aan de steel bevestigd is. Een aantal informanten verdeelt het snoer nog in een onderste gedeelte dat aan de stok bevestigd is, en een dunner (gevlochten) gedeelte, waaraan de kletsoor bevestigd is. De benamingen die met zekerheid refereren aan dat dunnere gedeelte, worden apart vermeld. [N 13, 95b; S 47; R 14, 20; monogr.]
I-10
|
17753 |
snor |
schnauz (du.):
sjnouts (Q117a Waubach)
|
snor (knevel) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|