34306 |
binnenbeer |
binnenbeer:
benǝbīr (Q117a Waubach)
|
Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.]
I-12
|
19444 |
binnenplaats |
hof:
hof (Q117a Waubach)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21820 |
binnensmonds praten |
knoezen:
knoeëze (Q117a Waubach),
tussen de tanden wauwelen:
tussje de teng wauwele (Q117a Waubach)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
30712 |
binnenwerk |
binnen schilderen:
benǝ šeldǝrǝ (Q117a Waubach)
|
Schilderwerk binnenshuis. [N 67, 67a]
II-9
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetesj (Q117a Waubach)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
30988 |
binnenzool |
binnenzool:
benǝzoal (Q117a Waubach)
|
Het stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden. [N 60, 77; N 60, 233f; N 60, 233a]
II-10
|
18448 |
binnenzool [wld ii.10, p. 38] |
binnenzool:
binnezoal (Q117a Waubach)
|
Een binnenzool? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
bioscoop:
Karte 240.
bioscoop (Q117a Waubach),
cinema:
kienemaa (Q117a Waubach),
sinəma (Q117a Waubach),
film:
Karte 240.
film (Q117a Waubach)
|
(Ich gehe ins) Kino. || Bioscoop. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
bisdom (Q117a Waubach)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
bissjop (Q117a Waubach),
dr bussjop (Q117a Waubach)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|