e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoten stoten: sjtoeëte (Waubach) Stoten: een schokkende of krachtige duw geven (stoken, stuiken). [N 84 (1981)] III-1-2
stoutmoedig frank: vrank (Waubach, ... ) heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] III-1-4
stoven smoren: schmoore (Waubach) stoven; Hoe noemt U: Met weinig vet op laag vuur gaar laten worden (smoeren, stoven, wallen) [N 80 (1980)] III-2-3
straal straal: štrǭl (Waubach) Veerkrachtig eeltweefsel, enigszins in de vorm van een pijlpunt (mnl. straal: pijl), dat de driehoekige ruimte van de achterrand van de steunsels van een paardehoef opvult. Tilt men de hoef op, moet er een goed ontwikkelde straal te zien zijn. Beginnend bij de bal van de voet en in één punt uitlopend naar de teen werkt de straal als een antislipmechanisme. Zie afbeelding 5. [JG 1a, 1b; N 8, 33 en 34] I-9
straat straat: sjtrowet (Waubach) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straatbezem straatbezem: sjtraotbessem (Waubach) bezem, hard, gebruikt voor ruwer werk, zowel binnen- als buitenshuis (harde bezem) [N 20 (zj)] III-2-1
straatgoot goot: gut (Waubach) een geul langs de weg waarlangs afvalwater kan wegstromen [N 90 (1982)] III-3-1
strafschop penalty (eng.): penal`ty (Waubach), Karte 171.  penalty/penanty (Waubach) Elfmeter (im Fussballspiel). || Strafschop. [DC 49 (1974)] III-3-2
strek lange, smalle zijde: laŋ šmāl zij (Waubach), strijkzijde: štrī̄.k˲zij (Waubach) De lange smalle zijde van een metselsteen. Zie ook afb. 30. [N 31, 17b; N 98, 173; monogr.] II-8
strekijzer strekijzer: štrɛkī.zǝr (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]) IJzer voorzien van haak en klem om metalen ondersteuningen in een mijngang tegen verschuiven te verankeren. [N 95, 365; N 95, 416; monogr.] II-5