e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tegencilinder tegencilinder: tēǝgǝsilindǝr (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]) De tegencilinder van de schudgootmotor. De invuller uit Q 15 merkt daarover op dat de tegencilinder alleen een luchtinlaat had. De lucht werd dus gecomprimeerd bij de optrekkende slag van de motor en gaf tegendruk om het geheel weer in de beginstand te brengen wanneer de motor de neergaande slag maakte. Soms werd een tegenmotor gebruikt als tegencilinder. De opgaven "bletser" van dezelfde respondent is terug te voeren op het feit dat zo''n tegencilinder een keffend geluid maakte. [N 95, 629; N 95, 613] II-5
telefoon telefoon: tillefoon (Waubach) het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)] III-3-1
telefooncel telefooncel: tillefooncel (Waubach) het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)] III-3-1
telegram telegram: tillegram (Waubach) een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] III-3-1
telen, verbouwen zetten: zętǝ (Waubach) Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.] I-4
teleurgesteld (worden) bedonderd: bedonderd (Waubach), teleurgesteld: teleurgesjteld zieë (Waubach) in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] || niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
temperen aanmaken: āmākǝ (Waubach), mengen: meŋǝ (Waubach) Het vermengen van de droge verfstoffen met olie. [N 67, 26a] II-9
ten doop houden ten doop houden: ten deup houwe (Waubach) Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)] III-3-3
ten einde brengen afmaken: aafmake (Waubach) een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten offer gaan de offergang maken: dr offergank make (Waubach) De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)] III-3-3