e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloem meel: mèè.l (Waubach) Bloem van het meel (bloem, dons, blom, blons?) [N 16 (1962)] III-2-3
bloem (alg.) bloem: bloͅmə (Waubach) bloemen [RND] III-4-3
bloem van zeer harde, droge tarwekorrels patent: patɛnt (Waubach) Over het algemeen kan men zeggen dat harde tarwe buitenlandse tarwe is en inlandse tarwe zachte (Schoep blz. 7). [N 29, 15a] II-1
bloembol bol: Veldeke  bol (Waubach) Het onderaards, met dikke balden bolvormig bekleed stengeldeel, waaruit een bloem kan groeien; een bloembol (klieste, klister, kleister, bol, bloembol, knol, ajuin). [N 82 (1981)] III-4-3
bloemkist bak: bak (Waubach) De kist of bak waarin de bloem bewaard wordt. [N 29, 17] II-1
bloemknop knop: Veldeke  knop (Waubach) De knop waaruit een bloem groeit (bot, bloembot, bloemknop). [N 82 (1981)] III-4-3
bloemkool bloemenkool: blommekoe.l (Waubach), bloemkool: blomkoe.l (Waubach), blomkuul (Waubach), blomkūū.l (Waubach) bloemkool als gerecht [N Q (1966)] || bloemkool, als plant of gewas [N Q (1966)] I-7, III-2-3
bloemperk bloemenperk: blommeperk (Waubach), gaard: gaat (Waubach) Hoe noemt u het afgeperkt deel van een tuin met bloemen? [N 104 (2000)] III-2-1
blok, klos om het touw aan te spannen vregelskuil: vrɛgǝlskȳl (Waubach) Het hulpmiddel dat dient om het touw waarmee de lading gebonden is nog strakker aan de spannen. Het gaat hier om een los stuk gereedschap, een klos, een katrol of een willekeurig ander stuk hout waaromheen of waardoorheen het touw wordt gehaald en aangetrokken. Voor dit doel kan ook de vregelstok worden gebruikt waaromheen het touw als met een knevel wordt aangedraaid. [N 18, 140; A 34, 10; add. uit N 17, 40; A 34, 9 en 12d; monogr.] I-3
bluf struntz: RhWb VIII kol 885: struntzen: prahlerisch übertreiben, aufschneiden, stolz zur Schau tragen  sjtrŏngs (Waubach) opscheppende taal [blaai, paf, ambras, stoef] [N 85 (1981)] III-1-4