20718 |
bloem |
meel:
mèè.l (Q117a Waubach)
|
Bloem van het meel (bloem, dons, blom, blons?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24471 |
bloem (alg.) |
bloem:
bloͅmə (Q117a Waubach)
|
bloemen [RND]
III-4-3
|
25528 |
bloem van zeer harde, droge tarwekorrels |
patent:
patɛnt (Q117a Waubach)
|
Over het algemeen kan men zeggen dat harde tarwe buitenlandse tarwe is en inlandse tarwe zachte (Schoep blz. 7). [N 29, 15a]
II-1
|
24629 |
bloembol |
bol:
Veldeke
bol (Q117a Waubach)
|
Het onderaards, met dikke balden bolvormig bekleed stengeldeel, waaruit een bloem kan groeien; een bloembol (klieste, klister, kleister, bol, bloembol, knol, ajuin). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25538 |
bloemkist |
bak:
bak (Q117a Waubach)
|
De kist of bak waarin de bloem bewaard wordt. [N 29, 17]
II-1
|
24649 |
bloemknop |
knop:
Veldeke
knop (Q117a Waubach)
|
De knop waaruit een bloem groeit (bot, bloembot, bloemknop). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21107 |
bloemkool |
bloemenkool:
blommekoe.l (Q117a Waubach),
bloemkool:
blomkoe.l (Q117a Waubach),
blomkuul (Q117a Waubach),
blomkūū.l (Q117a Waubach)
|
bloemkool als gerecht [N Q (1966)] || bloemkool, als plant of gewas [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
19646 |
bloemperk |
bloemenperk:
blommeperk (Q117a Waubach),
gaard:
gaat (Q117a Waubach)
|
Hoe noemt u het afgeperkt deel van een tuin met bloemen? [N 104 (2000)]
III-2-1
|
32945 |
blok, klos om het touw aan te spannen |
vregelskuil:
vrɛgǝlskȳl (Q117a Waubach)
|
Het hulpmiddel dat dient om het touw waarmee de lading gebonden is nog strakker aan de spannen. Het gaat hier om een los stuk gereedschap, een klos, een katrol of een willekeurig ander stuk hout waaromheen of waardoorheen het touw wordt gehaald en aangetrokken. Voor dit doel kan ook de vregelstok worden gebruikt waaromheen het touw als met een knevel wordt aangedraaid. [N 18, 140; A 34, 10; add. uit N 17, 40; A 34, 9 en 12d; monogr.]
I-3
|
19323 |
bluf |
struntz:
RhWb VIII kol 885: struntzen: prahlerisch übertreiben, aufschneiden, stolz zur Schau tragen
sjtrŏngs (Q117a Waubach)
|
opscheppende taal [blaai, paf, ambras, stoef] [N 85 (1981)]
III-1-4
|