18824 |
chagrijn |
leed:
leed (Q117a Waubach)
|
een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20913 |
champignon |
jodenvlees:
Veldeke
jüddevleesj (Q117a Waubach)
|
Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23748 |
christoffelmedaille |
christoffel:
dr kristoffel (Q117a Waubach),
medaille (<fr.):
medalje (Q117a Waubach)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19943 |
chrysant |
allerheiligenbloem:
Veldeke
Allerhilligeblom (Q117a Waubach)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 92 (1982)]
III-2-1
|
23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
ciborie (Q117a Waubach)
|
Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20545 |
cichorei |
moekkefoek:
moekefoek (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
28224 |
cilinderglas |
lampeglas:
lampǝglās (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Julia])
|
Het cilinderglas van de veiligheidslamp. [N 95, 244; monogr.]
II-5
|
22686 |
circus |
circus:
serkøs (Q117a Waubach)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
cirkel (Q117a Waubach),
kring:
krink (Q117a Waubach),
ring:
rink (Q117a Waubach)
|
de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24453 |
citroenvlinder |
citroenvlinder:
Veldeke
citroeënvlinder (Q117a Waubach)
|
Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|