e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diabolo diabolo: diabolo (Waubach) Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)] III-3-2
diaken rector (lat.): rektor (Waubach) Een geestelijke die een gebied heeft, maar niet mag dopen, begraven of trouwen. [N 96D (1989)] III-3-3
diarree aan de/het schijt: ān dǝr šīt (Waubach), dunne, de -: dunne (Waubach), Diarree.  an d`r dunne zieje (Waubach), slinger: Diarree.  an d`r sjlinger zieje (Waubach), vlotte-kom-gauw, de -: Diarree.  d`r flotte kóm gauw han (Waubach) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] || Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] || ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1995)] I-11, III-1-2
dichtgroeien toewassen: to.wwāsǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Maurits]) Gezegd van een mijngang die door de druk op het gesteente langzaam wordt toegedrukt. [N 95, 385; N 95, 386; monogr.] II-5
dienblad tablet: tableͅt (Waubach, ... ) dienblad [DC 27 (1955)] III-2-1
dienst schicht: šix (Waubach [Domaniale]) De werktijd van één man op één dag. [monogr.; Vwo 282; Vwo 617; Vwo 684] II-5
dienstplicht moeten doen moeten opkomen: op motte kome (Waubach) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
diep diep: dēp (Waubach) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
diep boren proefboren naar koolflözer: pr˙ōfbōǝrǝ noǝ koǝlflǫtsǝr (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Emma]) Diepboringen verrichten om op deze wijze de koollagen op te sporen en te verkennen. [N 95, 169; Vwo 167] II-5
dik sap van steenvruchten koekoeksbrood: Veldeke  koekoeksbroeët (Waubach), spek: Veldeke  sjpek (Waubach) stijf geworden sap uit steenvruchte (kriekskesspouw, vogelesnot, most, gom, snot, spek, vogelhum, koekoeksbrood, vogelteer). [N 82 (1981)] I-7