e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
holronde voegspijker voegijzer: vōx˱īzǝr (Waubach) Voegspijker waarvan het blad een ronde doorsnede heeft. Werken met de holronde voegspijker leverde volgens de zegsman uit L 382 hol voegwerk op, volgens de invullers uit Q 95a en Q 121 ronde voegen. Zie voor het woordtype 'pannenstrijker' (Q 111) ook het lemma 'Pannenstrijker'. [N 32, 33b; monogr.] II-9
hom hom: Veldeke  hom (Waubach) Hoe noemt u het voortplantignsvocht van mannelijke vissen (hom, melk, geiltje) [N 83 (1981)] III-4-2
hommel hommel: Veldeke  hommel (Waubach) Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] III-4-2
homp brood klomp: klomp (Waubach) homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)] III-2-3
homp, brok, klont knode: knŏa (Waubach) klomp, brok III-4-4
hond kèter (d.): kø&#x0304tər (Waubach) hond, straathond [DC 30a (1958)] III-2-1
hondenhok hondshut: honkshut (Waubach) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1
hondsdraf duivelsnaaigaren: Veldeke  duvelsnieegare (Waubach) Hondsdraf (glechoma hederacea 20 tot 60 cm groot. De stengels zijn kruipend met opgerichte, bloeiende takken; de bladeren zijn rond of niervormig met een hartvormige voet, de bladrand is gekarteld; de bloemen groeien in kransen in de bladoksels, blauwpa [N 92 (1982)] III-4-3
honger hebben fames haan: fames hān (Waubach) honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)] III-2-3
hongerig hongeretig: hungeretich (Waubach) hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3