| 30603 |
matverf |
matverf:
mat˲[verf] (Q117a Waubach)
|
Verf die na droging een mat oppervlak vertoont. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 19f]
II-9
|
| 20909 |
mayonaise |
mayonaise:
màjjənéés (Q117a Waubach)
|
mayonaise [RND]
III-2-3
|
| 18129 |
mazelen |
mazelen:
mazele (Q117a Waubach)
|
Hoe noemt men de besmettelijke kinderziekte waarbij de huid vele kleine rode vlekjes vertoont (Nederl. mazelen)? [DC 25 (1954)]
III-1-2
|
| 28094 |
mechanische koolwinning |
machinale vordering:
mašinālǝ vø̄dǝreŋ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Manier van koolwinning waarbij de steenkool op mechanische wijze wordt losgemaakt, geladen en getransporteerd. [N 95, 596]
II-5
|
| 28095 |
mechanische pijler |
mechanische streb:
mēxānešǝ štrēp (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
ploegstreb:
plōxštrēp (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Pijler waarin een machine zorgt voor het losmaken, laden en transporteren van de kolen. In de mijn van Eisden wordt volgens de invuller uit Q 7 in zo''n mechanische pijler een ploeg of een zaag gebruikt. [N 95, 282; N 95, 596; N 95, 598; monogr.]
II-5
|
| 18235 |
medaillon |
medaillon:
medaljon (Q117a Waubach)
|
rond, ovaal- of hartvormig sieraad waarin een portretje of iets dergelijks bewaard wordt [medaillon, mejonneke, boot, coulant] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 23744 |
medaillon met lam gods |
medaille (<fr.):
medalje (Q117a Waubach)
|
Een hartvormig medaillon van was, waarop een lam met kruisvaan is afgebeeld. Dit medaillon werd gedragen [Agnus Dei, Lam Gods?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18855 |
medelijden |
metlijden:
mitlieë (Q117a Waubach)
|
een gevoel van smart over het leed van andere mensen [medelijden, kompassie, deernis, deer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 27657 |
medische keuring |
dokterskeuring:
dǫktǝškȳreŋ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
[N 95, 967]
II-5
|
| 23682 |
meditatie |
meditatie (<fr.):
meditatie (Q117a Waubach)
|
Een meditatie, geestelijke overweging. [N 96B (1989)]
III-3-3
|