e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
behangtafel plekdis: plɛk˱døš (Waubach) De tafel waarop het behangselpapier met behulp van de papborstel met plaksel wordt ingestreken. In Q 117a bestond de behangtafel uit twee bladen van 60x100 cm elk rustend op twee bokkepoten. In L 265 kon men de verschillende delen van de behangtafel dankzij scharniertjes dichtklappen. Uitgevouwen was de tafel 3 m lang. In Q 111 was de tafel samengesteld uit twee met behulp van een pianoscharnier aan elkaar bevestigde delen die uitklapbaar waren. De uitgeklapte tafel kon staan op de mee uitgeklapte staanders die op spanning kwamen door ze zover uit te trekken tot het ertussen zittende touw strak stond. [N 67, 97b; monogr.] II-9
beiaard klokkenspel: klokkesjpel (Waubach) Het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon]. [N 90 (1982)] III-3-2
beide beenderen van de onderkaak schaarbek: šārbɛk (Waubach) De scha(a)r(en) of het geschaar vormen de beide takken van de onderkaak van een paard en de uitwendige holte in het achterste gedeelte daarvan. Zie afbeelding 2.11. [JG 1a, 1b; N 8, 30] I-9
beieren beieren: de klokke beiere (Waubach, ... ) Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)] III-3-3
beitsen beitsen: bęjtsǝ (Waubach) Hout kleuren met behulp van beits. [N 67, 66h; monogr.] II-9
bek muil: Veldeke  moel (Waubach) Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)] III-4-2
bekakt praten zich aanstellen: zich aasjtelle (Waubach) bekakt praten [N 102 (1998)] III-3-1
bekakte praat stronts: sjtrongs (Waubach) taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-3-1
bekakte praat /bekakt praten strunz: sjtrongs (Waubach), zich aanstellen: zich aasjtelle (Waubach) bekakt praten [N 102 (1998)] || taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-1-4
bekendmaken berichten: berichte (Waubach) officiëel bekend maken [uitbellen, uitklinken, afkleppen] [N 87 (1981)] III-3-1