| 19267 |
onnozel persoon |
duppenschurger:
cf. RhWb VII, kol. 1922 s.v. "schurgen, schürgen": = kruien, s.v. "schürger"= kruier, lastdrager
duppesjurger (Q117a Waubach),
sufferd:
sufferd (Q117a Waubach),
zebedeus:
zibbedeus (Q117a Waubach)
|
een ezelachtig persoon, een zeer dom iemand [nienop, carnichon, loep, zebedeus, uil, uilskuiken, aap, sufferd] [N 85 (1981)] || iemand die ontzettend dom is [nienop] [N 85 (1981)] || zeer dom, zich gedragend als een ezel [suf, sloom, dwaas, ezelachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 22316 |
onnozele-kinderendag |
onnozele-kinderen:
onnuezele kinger (Q117a Waubach),
Onnuuzele Kinger (Q117a Waubach),
ònnuuzele kinger (Q117a Waubach)
|
28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] || Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
| 20922 |
onrijp |
groen:
Veldeke
greun (Q117a Waubach)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
Veldeke
greun (Q117a Waubach)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 19279 |
onrustig persoon |
onruhige (< du.):
onrujjige (Q117a Waubach)
|
een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18973 |
onschuldig |
onschuldig:
onsjuldig (Q117a Waubach)
|
zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18861 |
onstuimig |
blitsig:
blitsig (Q117a Waubach)
|
moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 25175 |
onstuimige lucht |
bewolkte lucht:
ing bewòlkte lòch (Q117a Waubach),
de wolken drijven:
de wòlke drīēve (Q117a Waubach),
regenlucht:
reën loëf (Q117a Waubach)
|
lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] || onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
| 21901 |
ontberen |
missen:
misse (Q117a Waubach)
|
niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 20581 |
ontbijt |
caf-drinken, het -:
kaffeedrinken (Q117a Waubach),
ontbijt:
ontbiet (Q117a Waubach)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 8 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|