| 28218 |
persluchtturbine |
loftturbine:
loftǝrbiǝn (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De turbine van de persluchtlamp. [N 95, 260]
II-5
|
| 28239 |
personentrein |
personentog:
pɛrsōnǝtsox (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Trein bestemd voor het vervoer van personen. [N 95, 714; N 95, 611]
II-5
|
| 28238 |
personenvervoer |
personenvervoer:
personenvervoer (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Wilhelmina]),
pɛrsōnǝvǝrvø̄ǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Algemene benaming voor het transport van personen. [N 95, 713; N 95, 611; monogr.]
II-5
|
| 19229 |
persoon met een lastig karakter |
lastige, een -:
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
inne lestige (Q117a Waubach)
|
een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 22556 |
pesten (kaartspel) |
pesten:
peste (Q117a Waubach)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 19139 |
pesterij |
gekwel:
gekweël (Q117a Waubach)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18627 |
pet met opstaand bovenstuk |
kap:
kap (Q117a Waubach)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 18281 |
pet: algemeen |
kap:
kap (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
klep aan de voorkant
kap (Q117a Waubach),
pats:
patsch (Q117a Waubach),
patsj (Q117a Waubach)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 20410 |
petekind |
patedochter:
patedochter (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
patekind:
patekink (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
patezoon:
patezoeën (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
petekind:
peatekink (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach,
Q117a Waubach,
Q117a Waubach,
Q117a Waubach,
Q117a Waubach)
|
een peetdochter [N 96D (1989)] || een peetzoon [N 96D (1989)] || een petekind [patekink] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
| 33568 |
peterselie |
peterselje:
pittersilje (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
[DC 69 (1994)]
I-7
|