25243 |
aanhoudend regenen |
het houdt zich het regenen:
correct overgenomen.
⁄t hult zich ⁄t rèène (Q117a Waubach)
|
voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21847 |
aanhoudend vragen |
zeiken:
zeke (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
27401 |
aankoppelen |
aankoppelen:
ākopǝlǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Met behulp van een koppeling mijnwagens aan elkaar vastmaken. [N 95, 679; monogr.; Vwo 7; Vwo 8; Vwo 10; Vwo 11]
II-5
|
34182 |
aanmelken |
aantrekken:
ātrɛkǝ (Q117a Waubach)
|
Het maken van de eerste melkbewegingen bij een vaars die pas gekalfd heeft, gezegd van de boer. [N 3A, 61]
I-11
|
21872 |
aanrekenen |
aanknijten:
vgl. Heerlen Wb. (pag. 344): kniet, krijt [zie ook kriet].
aa⁄kniette (Q117a Waubach)
|
betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25096 |
aanrijgen |
rijgen:
rege (Q117a Waubach)
|
tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18887 |
aanstaan |
aanstaan:
aasjtoa (Q117a Waubach),
uitgezet:
ū.t˲gǝzat (Q117a Waubach),
waterpas staan:
wātǝrpas štǭ (Q117a Waubach)
|
behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)] || Gezegd van de hoeken van een bouwwerk, wanneer deze na het uitmeten definitief vastgesteld zijn. In Q 83 werd de term 'aanstaan' in een iets andere betekenis gebruikt. Zodra de muren van een huis in aanbouw een eerste maal gemetseld waren en het grondplan zodoende vastlag, werden de uitzetplanken verwijderd. Men zei dan dat het huis 'aanstond'. [N 31, 10a; monogr.]
II-9, III-1-4
|
28227 |
aansteker |
zünder:
tsyndǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Inrichting voor het ontsteken van een veiligheidslamp. Al naar gelang het fabrikaat van de lamp, worden verschillende soorten aanstekers toegepast. Bij de veiligheidslamp van Wolf bijvoorbeeld wordt een systeem gebruikt waarbij van fosfor voorziene stroken tot ontbranding worden gebracht. Andere lampen werken met vuursteentjes die door middel van een aan de onderzijde van de lamp aangebrachte draaiknop vonken voortbrengen (Heise/Herbst pag. 122-123). [N 95, 246; monogr.]
II-5
|
23968 |
aanstoot |
aanstoot:
aasjtoeët (Q117a Waubach),
ansjtoeët (Q117a Waubach)
|
Ergernis, aanstoot [aring]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
30726 |
aantrekken |
aantrekken:
ātrękǝ (Q117a Waubach),
drogen:
drȳǝgǝ (Q117a Waubach
[(stofvrij droog zijn)]
)
|
Gezegd van verf of vernis die na het opstrijken droog en vast wordt. [N 67, 74a]
II-9
|