e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stille regen stille regen: schtille reën (Waubach) stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)] III-4-4
stilstaan hu(j): hȳi̯ (Waubach) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken bullen: bülle (Waubach), muffen: müffe (Waubach), stinken: sjtinke (Waubach) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stobbe stronk: štroŋk (Waubach) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoel bok: bǫk (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Emma]), stoel: štōl (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale, Wilhelmina]), zitterd: zitterd (Waubach) Console waarop de draagrollen van een transportband zijn bevestigd. [N 95, 637; N 95, 641] || stoel II-5, III-2-1
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: koeërsjteul (Waubach) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoep stoep: sjtoep (Waubach) stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)] III-3-1
stoep, trottoir sprong: šprøŋk (Waubach) stoep III-2-1
stof stub: schtub (Waubach), sjtup (Waubach), štup (Waubach) stof [DC 23 (1953)] III-2-1
stof afnemen stubben: sjtubbe (Waubach) Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)] III-2-1