22412 |
wielerwedstrijd |
rennen:
renne (Q117a Waubach)
|
Snelheidswedstrijd voor wielrenners op de weg [koers, klassieker]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24276 |
wielewaal |
goudmerel:
goo.tmè.le (Q117a Waubach)
|
wielewaal (24 schuwe zomervogel in boomkruinen; man prachtig geelzwart, prachtig gevlochten nest; opvallende roep [duu-de-luo] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
29123 |
wielgaffel |
balk:
(mv)
bɛlk (Q117a Waubach)
|
De twee schuingeplaatste stijltjes die samen een soort vork vormen waartussen het drijfwiel van het spinnewiel loopt. Volgens de informant van K 353 is deze gaffel daar onbekend. [N 34, B7]
II-7
|
23554 |
wierook |
wierook:
wierook (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
Wierook [wierek, wierooch?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23556 |
wierookkorrels |
wierookskorrels:
wierookskorrele (Q117a Waubach)
|
Wierookkorrels. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23555 |
wierookvat |
wierooksvat:
t wierooksvaat (Q117a Waubach),
wierooksvaat (Q117a Waubach)
|
Het wierookvat [wiereksvat, wieresvaas?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27425 |
wig |
kijl:
ki.l (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
kī.l (Q117a Waubach),
wig:
wig (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Wilhelmina])
|
Houten wig die soms achter de touwen wordt gedreven om de verbinding te verstevigen. Zie ook afb. 19. [N 32, 5d; monogr.] || Taps toelopend houten blok dat wordt gebruikt om bijvoorbeeld ijzeren ondersteuningen of schudgootmotoren vast te zetten. Het woordtype "bouwkijl" werd op de Domaniale mijn gebruikt voor een wig in galerij-ondersteuningen. [N 95, 346; N 95, 347; N 95, 332; monogr.; Vwo 209; Vwo 724]
II-5, II-9
|
18152 |
wijdbeens lopen |
met de benen uitereen lopen:
mit de bing ōētree loope (Q117a Waubach)
|
lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18555 |
wijde regenmantel zonder mouwen |
cape (eng.):
keep (Q117a Waubach)
|
regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20852 |
wijn |
wijn:
wīēn (Q117a Waubach)
|
wijn [RND]
III-2-3
|