| 19681 |
de was bleken |
bleken:
bleeke (Q117a Waubach)
|
het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 19785 |
de was invochten |
sprinkelen:
schprenkele (Q117a Waubach),
sjprenkele (Q117a Waubach)
|
het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)]
III-2-1
|
| 19440 |
de was mangelen |
mangelen:
mangele (Q117a Waubach),
rekken:
rekke (Q117a Waubach)
|
De was glad maken d.m.v. een mangel (mangelen, wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 19437 |
de was spoelen |
spoelen:
sjpeule (Q117a Waubach)
|
Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 19643 |
de was stijfselen |
stijven:
sjtiehve (Q117a Waubach),
sjtieve (Q117a Waubach)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
| 19438 |
de was wringen |
wringen:
vringe (Q117a Waubach)
|
Het water uit wasgoed drijven (wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 28143 |
de watergoot reinigen |
(de) zouw slammen:
dǝ zǫw šlɛmǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
[N 95, 790; monogr.]
II-5
|
| 23470 |
de zondag inluiden |
de zondag inluiden:
dr zondig i-lōēwe (Q117a Waubach)
|
Het luiden van de klokken op zaterdagavond na het angelus [zondag luiden, de zondag inluiden?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 25312 |
decimeter, maat van 10 cm |
decimeter:
decimeter (Q117a Waubach),
palm:
palm (Q117a Waubach)
|
de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 30570 |
decoratieschilder |
schilder:
šeldǝr (Q117a Waubach)
|
Schilder die zich in het bijzonder bezig houdt met het schilderen van versieringen. Tot zijn werkzaamheden behoren onder meer het schabloneren, biezentrekken, spatten, glaceren, etc. [N 67, 98b]
II-9
|