e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q278p plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mompelen brommen: brŏeme (Welkenraedt), knoteren: knotərə (Welkenraedt) Hoe noemt men binnensmonds mompelen? [ZND 22 (1936)] III-3-1
mond mond: mo.nt (Welkenraedt) mond [RND] III-1-1
motor motoor: moto:ər (Welkenraedt) motor [RND] III-3-1
mout malt: malts (Welkenraedt) Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.] II-2
muik versteek: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51 (gebruik bestaat niet)  vərštēͅək (Welkenraedt) leggen de kinderen fruit te rijpen in verborgen hoekjes; hoe noemen zij dat: meuken of iets dergelijks? [ZND 01u (1924)] III-2-3
muilpeer dadel, enz.): klat (Welkenraedt) een muilpeer (geef gelijkbeteekenende woorden: oorvijg [ZND 01u (1924)] III-1-2
muts: algemeen kalot (<fr.): kalot (Welkenraedt), kap: kap (Welkenraedt), muts: Bérêt.  møtš (Welkenraedt) pet, muts, klak [RND] III-1-3
muur muur: mūr (Welkenraedt) Uit diverse materialen, bijvoorbeeld baksteen of beton, opgetrokken bouwwerk ter afscheiding of ter ondersteuning. In dit en de volgende lemmata wordt onder een 'muur' vooral een uit bakstenen samengestelde afscheiding verstaan. Het woord 'wand' wordt in het onderzoeksgebied meestal gebruikt voor een uit verticale en horizontale balken samengestelde muur die vervolgens met vlechtwerk of metselwerk wordt opgevuld. Zie ook de paragraaf over het vak- en vlechtwerk. Worden in een gebouw een of meer kelders aangebracht, dan worden de muren die de kelder omsluiten geheel van harde metselsteen en waterdichte mortel opgetrokken. Een muur die boven de grond wordt opgemetseld, noemt men een 'opgaande muur'. Bij de muren van gebouwen onderscheidt men buiten- en binnenmuren en de voor-, zij- en achtergevel, de muren die respectievelijk de voorzijde, de zijkant en de achterzijde van het bouwwerk vormen. [N 31, 32a; S 25; L 1 a-m; L 6, 41b; L 12, 5; monogr.; Vld] II-9
muurbloem steenviool: -  steenviolen (Welkenraedt), stefiuələ (Welkenraedt) muurbloem III-4-3
naad naad: nǭt (Welkenraedt) Verbinding die ontstaat bij het aanelkaarnaaien van twee stukken van een stof (Van Dale, pag. 1769). [Wi 5; S 25; Gi 1.IV, 14] II-7