e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q278p plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
scheel scheel (bn.): scheel (Welkenraedt) Hij ziet scheel. [ZND 06 (1924)] III-1-1
scheen scheen: scheen (Welkenraedt) De scheen (voorste deel van het been). [ZND 06 (1924)] III-1-1
scheermes scheermes: e schermes (Welkenraedt) Scheermes [ZND 06 (1924)] III-1-3
scheppen scheppen: šøpə (Welkenraedt) scheppen [ZND 25 (1937)] III-1-2
scheren de baard afdoen: (de bard afdoe) (Welkenraedt), scheren: scheren (Welkenraedt) scheren [inf.] [ZND 06 (1924)] III-1-3
scheut schot: šot (Welkenraedt) Uitspruitsel van een plant, inzonderheid de aardappel. Vaak is er een meervoud gevraagd of opgegeven; vaak ook zijn de enkelvoudsvormen gelijk aan de meervoudsvormen. Alleen wanneer uitdrukkelijk de meervoudsvormen werden gevraagd en opgegeven, zijn deze ook hier opgenomen. Bij de verkleinwoorden onder het type scheutje is het ondoorzichtig of het om het grondwoord scheut of schot gaat. Kien moet begrepen worden als een contaminatie van kiem (voor de klinker) en kijn (voor de slotmedeklinker). Zie ook het lemma Uitlopers Van Kuilaardappelen. [N M, 16a; JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 1u, 120; L B2, 282; S 17; S 31; monogr.; add. uit L 30, 39; S 22] I-5
schilderij beeld: Karte 38.  Bild (Welkenraedt), schild: Karte 38.  schild/Schild n. (Welkenraedt), schilderij: šeͅldəreͅi̯ (Welkenraedt), tableau (fr.): Karte 38.  tableau (Welkenraedt) Gemälde. || schilderij [ZND 06 (1924)] III-2-1, III-3-2
schip schip: scheeft, twee scheefte, kleen scheeftje (Welkenraedt), šif (Welkenraedt) Een schip, twee schepen, een klein scheepje. [ZND 06 (1924)] || schip [RND] III-3-1
schipper schipper: šifər (Welkenraedt) schipper [RND] III-3-1
schoen: algemeen schoen: schoon (Welkenraedt) een schoen [ZND 06 (1924)] III-1-3